Werkgelegenheid in de bouw neemt fors toe

Als we de voorspellingen van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) mogen geloven, dan neemt de werkgelegenheid in de bouw in 2016 fors toe. Ook in 2015 constateerde het EIB al een lichte stijging in arbeidsplaatsen, al kwam die aanwas voornamelijk uit de ‘flexibele schil’ van zelfstandigen en uitzendkrachten.

Het EIB gaat uit van 70.000 nieuwe voltijdsbanen in de jaren tot 2021. Daarmee wordt het massale werkgelegenheidsverlies sinds het uitbreken van de crisis vrijwel gecompenseerd, aldus het instituut. Het EIB erkent wel dat die opleving de nodige uitdagingen met zich meebrengt. Zo zal het tijdig kunnen aanboren van gekwalificeerde arbeid de komende jaren een forse opgave worden’ en moeten opleidingen zich na jaren van krimp weer op de kaart zetten bij jongeren die een carrière in de bouw ambiëren.

Vorig jaar was volgens het instituut een topjaar voor de sector, met een stijging van de bouwproductie met 7 procent, wat neerkomt op een stijging met 3,8 miljard euro. Hiermee was de bouw de belangrijkste groeisector van de Nederlandse economie. EIB voorziet dat het volume dit jaar en in 2017 met 4,5 procent kan toenemen, gevolgd door een afvlakking naar 3 procent per jaar. Daarbij zal het productievolume stijgen van 58 miljard euro in 2015 tot 72 miljard euro in 2021.